Fiches renovatie schoorstenen
Wil je een condensatieketel installeren bij een renovatieproject, dan moet je rekening houden met de staat van de schoorsteen. We hebben verschillende technische oplossingen uitgewerkt zodat je dit probleemloos kan uitvoeren.
De Europese richtlijn 2009/125/EG "Eco-design for energy-using products" legt de komende jaren steeds hogere rendementseisen op aan verwarmingssystemen, waardoor een condensatietoestel het strikte minimum wordt.
Ons land telt echter circa 500.000 woningen en appartementen, waar het momenteel niet zonder meer mogelijk is om de oude atmosferische verwarmingsketel te vervangen door een moderne gascondensatietoestel. Een condensatietoestel stelt immers specifieke eisen aan de rookgasafvoer en de wijze van ventileren van het gebouw. Bestaande schoorstenen beantwoorden vaak niet aan de eisen betreffende de weerstand tegen condensaat, de dichtheid om de rookgassen onder overdruk af te kunnen voeren en de aangepaste diameters.
In onderstaande tabel kan je alle 42 fiches bekijken en downloaden die worden aangereikt in ons technisch dossier "De renovatie van schoorstenen bij vervanging van oude toestellen door gascondensatietoestellen".
Fiche 1: Fiche 1: Eén bruikbare (gemetste) koker bestemd voor één individueel toestel
1.1 C3
1.2 C3 met bijkomende ventilatie van de opstellingsruimte
1.3 C9 met star of flexibel afvoerkanaal
1.4 C5
1.5 C5 met bijkomende ventilatie van de opstellingsruimte
1.6 Variante op C5 met luchttoevoer via koker
1.7 B2 of B3
1.8 B2 of B3 met bijkomende ventilatie van de opstellingsruimte
Fiche 2: (Gemetste) koker met meerdere individuele kanalen
2.1 C9 + B11 in naast elkaar gelegen kokers
2.2 C5 + B11 in naast elkaar gelegen kokers
2.3 C5 + B11 in naast elkaar gelegen kokers, met bijkomende ventilatie van de opstellingsruimte
2.4 B2 of B3 + B11 in naast elkaar gelegen kokers
2.5 B2 of B3 + B11 in naast elkaar gelegen kokers, met bijkomende ventilatie van de opstellingsruimte
Fiche 3: Bruikbare (gemetste) koker bestemd voor collectieve afvoer –vervanging van alle op de collectieve koker aangesloten toestellen
3.1 C3 parallel
3.2 C3 concentrisch
3.3 Variante op C9 in een bouwkundig kanaal
3.4 C4 concentrisch
3.5 C4 parallel
3.6 Variante op C4 in een bouwkundig kanaal
3.7 B2 of B3 individuele afvoer
3.8 C5 individuele afvoer
3.9 Variante op C5 met gemeenschappelijk luchttoevoerkanaal
3.10 B2 of B3 met gemeenschappelijke afvoer
3.11 C8 in een bestaande koker
3.12 Variante op C8 met gemeenschappelijk luchttoevoerkanaal
3.13 C8 met collectieve mechanische afvoerventilatie
3.14 Variante op C4 in een oud shuntkanaal + collectieve mechanische afvoerventilatie
3.15 C8 in een VMC-kanaal + collectieve mechanische afvoerventilatie
Fiche 4: Bruikbare koker bestemd voor collectieve afvoer – vervanging van één of meer op de collectieve koker aangesloten toestellen
4.1 C5 + B11 in zelfde koker
4.2 B2 of B3 individuele afvoer + B11 in zelfde koker
4.3 C8 + B11 in zelfde koker
4.4 B2 of B3 gemeenschappelijke afvoer + B11 in zelfde koker
Fiche 5: Geen bruikbare koker –vervanging van één individueel toestel
5.1 C1 klassieke opstelling
5.2 C3 schoorsteen in het gebouw, zonder koker
5.3 C5 schoorsteen in het gebouw, zonder koker
5.4 C5 schoorsteen tegen buitenmuur
5.5 C5 uitmonding onder balkon
Fiche 6: Geen bruikbare koker –vervanging van alle toestellen
6.1 C8 schoorsteen buiten het gebouw tegen een buitenmuur
6.2 C8 schoorsteen in het gebouw in een omkasting
6.3 C8 schoorsteen in het gebouw niet omkast
6.4 C4 schoorsteen in het gebouw in een omkasting
6.5 C4 schoorsteen in het gebouw niet omkast